Hulst 1914-1918
Gepubliceerd door Myra Stals op
Hulst 1914-1918
Beelden van een neutrale grensregio in oorlogstijd
Het had niet veel gescheeld, of Nederland was ondanks de vastberaden neutraliteitsproclamatie toch de oorlog ingezogen door de aanval van Duitsland op Frankrijk, België en Luxemburg op 4 augustus 1914. De blauwdruk uit 1904 voor een snelle overrompeling en omsingeling van Noord-Frankrijk, het befaamde “Von Schlieffenplan”, betekende een opmars van het meest noordelijke Duitse leger door de provincie Limburg, wat zonder meer een oorlogsverklaring van Nederlandse zijde zou betekenen. Te elfder ure zag het Duitse opperbevel hier vanaf, omdat de omtrekkende beweging onder Zuid-Limburg door als een kleiner nadeel werd ingeschat, dan nog een vijandelijke partij erbij. Jezelf als land onpartijdig verklaren tegenover oppermachtige grootmachten in oorlog was voor een klein land een beproefd middel om niet aangevallen te worden, maar het consequent handhaven ervan vergde de nodige koorddanserskwaliteiten. De grote in bondgenootschappen tegen elkaar strijdende spelers Duitsland, Frankrijk, Engeland en later ook de Verenigde Staten zagen overal (vermeende) schendingen van de neutraliteit in en konden een neutraal land op grond daarvan direct de oorlog verklaren. Met kunst- en vliegwerk, improvisatie, goed doordachte diplomatie en regelmatig een flinke dosis geluk wist de Nederlandse regering het land vier jaar lang uit het strijdgewoel te houden.
Ondanks de neutrale status was de oorlog voor de bevolking een hard gelag. In grensregio’s, zoals Zeeuws-Vlaanderen, was de aanwezigheid van soldaten en het militaire gezag boven de gemeentelijke autonomie de allesbepalende factor. Op paniekmomenten werd er door de inwoners opgepot en gehamsterd, met schaarste aan geld en goed als gevolg. Opportunistische profiteurs konden volop incasseren dankzij woekerwinsten en smokkelwaar, wat de prijzen flink opdreef ten koste van het gros van de mensen. Dwangwetten van overheidswege reguleerden wel distributie en prijzen van levensbehoeften, maar vermochten weinig tegenover de toenemende tekorten naarmate de oorlog vorderde.
Met het naderen van de Duitse oorlogsmachine door België in westelijke richting kregen de grensgebieden van Limburg, Noord-Brabant en Zeeland in september en oktober 1914 grote golven vluchtelingen over zich heen, die voor de wreed optredende invaller in paniek over de grens kwamen. Hulst en de omliggende kernen in Oost-Zeeuws-Vlaanderen kregen de volle laag toen bij de verovering van de vesting Antwerpen naast veel stadsbewoners ook het grootste deel van het Antwerpse garnizoen, inclusief een detachement Engelse soldaten, in opperste verbijstering hier een goed heenkomen zochten. Dagenlang was de chaos compleet (zie hiervoor het uitgebreide artikel “Een Dubbele Poort als vluchtweg” op deze website). De kwantiteit en variatie van beeldmateriaal uit Hulst en omgeving met betrekking tot de vier jaren van neutraliteit (1914-1918) is maar spaarzaam aanwezig. Op de foto’s komen de in en om Hulst gelegerde militairen veelvuldig voor; Belgische vluchtelingen in mindere mate, bijvoorbeeld bij de levensmiddelenvoorziening, het ambachtswerk, poserende kinderen in een schoolklasje en sporadisch met de focus op één gezin. De Duitse bijdrage bestaat uit neergestorte vliegtuigen aan de Nederlandse kant van de grens en uit de beruchte “doodendraad’ tegen de grens tussen Nederland en het door de Duitsers bezette België. De meeste foto’s zijn in 1914 en 1915 genomen.