1a. De erfenis van een oerinstinct
In de oertijd en nog lang daarna was opboksen tegen anderen om te overleven dagelijkse kost, zodat de mens in de loop van de evolutie een steeds sterkere drang ontwikkelde om te winnen. Een van onze hersencentra bevat dit oerinstinct nog steeds en dus gedragen we ons ernaar. De sociale groepen, waar we deel van uitmaken, houden dit aangeboren patroon niet alleen in stand, maar versterken het door voortdurend te hameren op de noodzaak minstens je best te doen, beter nog om anderen te overtreffen, maar het liefst om de beste te zijn. Heel gewillig doen we mee aan de race om de hoogste plaats op het ereschavot, gestimuleerd door een ander deel van onze hersenen: het genotscentrum. De trotse winnaar is immers de middelmaat ontstegen, smaakt de al dan niet euforische bijval van zijn sociale omgeving en wordt beloond met materiële en immateriële voordelen.
Afbeelding 1 (bron onbekend)
We kunnen er weinig aan doen, maar al sinds de oertijd wil de mens excelleren en de beste zijn. Het zit in de genen en centra in onze hersenen sturen dit instinct aan
Met een gezonde competitiegeest is overigens niets mis, het heeft de mensheid veel vooruitgang gebracht en ook het e-tijdperk heeft zich in dit opzicht al bewezen. Door de groeiende stroom aan nieuwe ict-mogelijkheden beschikken we sneller en gemakkelijker over steeds meer informatie, maar daardoor spiegelen we ons nog meer aan elkaar. Het is niet ondenkbaar dat massamedia en competitiedrang sterk gerelateerd zijn, want werkelijk alles en nog wat wordt in wedstrijdverband gegoten met de eerste plaats op de ranglijst als een belangrijk, zo niet het enige doel. Individuele personen, kleinere en grotere groepen storten zich eigener beweging vol overgave in het concurrerend strijdgewoel of worden – al dan niet tegen wil en dank – genomineerd.
Met maar een paar muisklikken zien we dat Hulst, feitelijk ook een sociale groep, flink scoort in de competitie. De gemeente zelf profileert zich van harte als ‘de meest Vlaamse stad van Nederland’ en als ‘dé Reynaerstad’, de Willibrordusbasiliek is al eens uitverkoren tot ‘mooiste kerk van Nederland’, ter stede staat regelmatig ‘de beste middelbare school’, ligt ‘de fraaiste vesting’ in Hulst, lopen er een paar ‘beste leraren van Zeeland’ rond en de toekomst zal ongetwijfeld nog meer lokale kampioenen opleveren.
Vervelend genoeg komen de kwalificaties in overtreffende trap uiterst subjectief tot stand en zijn de winnaars in het geval van periodieke uitverkiezingen geen blijvertjes. In Hulst kan één groep hierop de spreekwoordelijke uitzondering zijn: de Koninklijke Stedelijke Harmonie is naar eigen zeggen ‘de oudste van Nederland’, wat met een verondersteld stichtingsjaar van 1801 de vereniging in 2022 een respectabele ouderdom van 221 jaar oplevert. Natuurlijk betwisten andere harmonieorkesten het muziekgezelschap uit Hulst de eretitel, want zo’n gedurfde stellingname vraagt gewoon om scherpe concurrentie.
In dit artikel wordt het zelfverklaarde kampioenschap van de Koninklijke Stedelijke Harmonie aan een onderzoek onderworpen.
Afbeelding 2
De aanhef op de homepage van de website van de K.S.H. met dag, maand en jaar van oprichting op de tamboerijn