3. Hordenloop met verrassingen
3.2.4 Winkelen bij de buren
Burgemeesters en schepenen uit de regio Hulst, die na hun ambtsperiode van twee jaar graag wilden blijven besturen, konden hun baantjes eenvoudig voortzetten door bij de buren te solliciteren. Evenals in Hulst kregen de magistraten van Hulsterambacht en Sint Jansteen ruim voor de afloop van de ambtstermijn de namen opgestuurd van de commissieleden, die de nieuwe besturen zouden komen benoemen 1. De zittende bestuurscolleges mochten namelijk voorafgaande aan de officiële benoeming hun nominatie van de kandidaten doorgeven aan de commissie van dat moment. Daarnaast kregen de heren van de benoemingscommissie heel wat post rechtstreeks van de kandidaten zelf en van hun pleitbezorger. Ook Isaac Gallandat lobbyde mee, zoals blijkt uit de brief, die hij vlak voor het aflopen van zijn termijn als schepen in Hulst op 17 mei 1789 schreef aan dominee Jona Willem te Water om zijn kandidaatstelling voor de functie van schepen in de magistraat van Hulsterambacht te steunen.
Afbeelding 38
(socrates.leidenuniv.nl; Collectie Icones Leidenses 185) Nicolas Delin, portret uit 1796 van Jona Willem te Water (1740-1822).
Jona Willem te Water, een uit Zaamslag afkomstige doctor in de theologie en predikant in onder meer Vlissingen ,was bevriend geweest met Isaacs vader. Hij kwam in dit artikel al voorbij als vertaler van David Gallandat’s proefschrift in het Latijn (zie par. 2.6).
Na zijn functie als predikant in Vlissingen bekleedde hij een leerstoel in de godgeleerdheid te Leiden en had een grote invloed iin de Gereformeerde Kerk. Als referentie had Isaac Gallandat met hem geen slechte keus gedaan.
Afbeelding 39 (Zeeuws Archief, Handschriftenverzameling nr. 107)
Het relatief korte gedeelte uit de brief van 17 mei 1789 van Isaac Henry Gallandat aan Jona Willem te Water met het verzoek om zijn kandidatuur voor het schepenambt van Hulsterambacht te steunen.
Als de dominee hier al op ingegaan is, heeft het in ieder geval niet geholpen, want Gallandat werd voor deze positie gepasseerd. Geen nood, want de volgende buurman, de Baronije en Vrije Heerlijkheid van Sint Jansteen en Glossenberghe 2, lag vlak om de hoek. De tweejaarlijkse benoeming van de magistraat was in de Heerlijkheid Sint Jansteen trouwens geen zaak van de commissie van de Staten-Generaal, maar hoorde tot de bevoegdheid van de Baron zelf. Hier had Gallandat – eerst na drie jaar – wel succes en nog met promotie ook. Op 27 juni 1792 nam de baljuw hem namens de Hoog Geboren Heer Grave van Hogendorp de eed af van burgemeester van Sint Jansteen.
Gezien de moeite, die Isaac Gallandat had gedaan om deel uit te maken van het bestuur van Hulst, Hulsterambacht en Sint-Jansteen, is het onbegrijpelijk, dat hij als burgemeester van de ‘heerlijkheid’ opviel door zijn regelmatige absentie bij de vergaderingen. Deze houding was helemaal in tegenspraak met zijn beroepsethiek als schepen van Hulst (november 1785 – juni 1789) en later als burgemeester van Hulst (zie hoofdstuk 5). De reden(en) voor zijn veelvuldige afwezigheid in de zittingen van de magistraat van Sint Jansteen kon aan de hand van archiefmateriaal niet worden opgehelderd.
Afbeelding 40 (Zeeuws Archief 293, nr. 487, detail kaart David Hattinga, 1746)
De Baronye van Sint Jan ten Steene, waar Isaac Gallandat burgemeester werd, was een relatief klein bestuursdistrict, ingeklemd tussen de zgn. Wildelanden van Stekene, Kemseke en St. Gillis in het zuiden, Axelambacht in het westen en noordwesten, de stad Hulst in het noordoosten en Hulsterambacht in het oosten.
De tweejarige ambtstermijn van Gallandat als burgemeester van Sint Jansteen werd onverwacht met anderhalf jaar verlengd als gevolg van de Franse Revolutie. In juni 1794 liep Gallandats ambtsperiode af, maar in de hectiek van de naderende Franse troepen vond er geen benoeming van een nieuwe magistraat meer plaats. Nadat de Baronie eind oktober 1794 Frans gebied was geworden, nam het nieuwe bewind alle tijd om te zien op welke wijze zij het bestuur in dit gebied zou herstructureren en centraliseren. Gemakshalve liet men de zittende bestuurders – na antecedentenonderzoek – tot eind december 1795 in functie.
Tijdens de vergadering van de magistraat van 28 december 1795 bleek dan toch, dat het gedaan was met de Vrije Heerlijkheid Sint Jansteen. Gewapend met een arrêté van het Departement de L’Escaut (Departement van de Schelde), verschenen Emanuel Paris, zijn zoon Pieter Paris en Johan van Vlisseghem om krachtens hun benoeming in het bestuur van het canton Hulst de zittende magistraat van Sint Jansteen naar huis te sturen. De Vrije Heerlijkheid werd per direct opgeheven en als Commune (gemeente) onderdeel van het canton Hulst 3.
Vanzelfsprekend was de verontwaardiging groot en burgemeester en schepenen van Sint Jansteen beriepen zich op het rechtsgeldig decreet van het Comité du Salut Public dat van kracht zou zijn tot het moment van herroeping 4. De delegatie van het bestuur van het Canton Hulst kreeg een schriftelijk protest in handen gedrukt, waarna de voltallig aanwezige magistraat van Sint Jansteen kwaad uit de vergadering wegliep. Dit bezwaarschrift was was uiteraard niet meer dan een ‘papieren tijger’. Het voormalige Staats-Vlaanderen kwam als ingelijfd gebied voor een periode van twintig jaar bij Frankrijk.
- . Deze commissies werden om de twee jaar opnieuw gevormd met steeds wisselende personen om namens de Staten-Generaal in de Generaliteitslanden, ruwweg Zeeuws-Vlaanderen, Noord-Brabant en Limburg, de nieuwe magistraten te benomen
- Een heerlijkheid was een gebied waar een Heer de hoogste macht bezat (soms in naam van een nog hogere Heer). In Sint Jansteen was dat een baron, vandaar de naam Baronije (Baronie)
- Een arrêté is een overheidsbesluit met kracht van wet; departement is de Franse naam voor provincie; Departement de L’Escaut is het Departement van de Schelde; canton is een onderverdeling van een departement, bestaande uit een aantal gemeenten (communes).
- Letterlijke ertaling is Comité van algemeen welzijn, maar eigenlijk een zwaar vertekend eufemisme voor het toenmalige zeer autoritaire hoogste gezagsorgaan van de Franse Republiek. Het bedoelde decreet was de arrêté van het Comité du Salut Public van 14 fructidor an III volgens de nieuw ingevoerde Republikeinse Kalender (= (31 augustus 1795), waarin het oude Staats-Vlaanderen, onder de naam 'departement Sas-van-Gent’, voorlopig tot een afzonderlijke bestuurlijke eenheid was gemaakt.