2.4 Een straatnaam voor David Henry Gallandat
2.4.5 De vinger aan de pols
Van zijn werkzaamheden als inspecteur en examinateur binnen het Collegium Medicum hield Gallandat een nauwkeurig verslag bij, dat grotendeels bewaard is gebleven. Iedere maand kreeg hij van de verloskundigen een opgave van de door hen begeleide bevallingen, die hij op zijn beurt doorgaf aan de leden van het Collegium Medicum. De boekhouders van de rederijen werden door hem goed in de gaten gehouden of zij onbevoegde, onbekwame en onervaren lieden als scheepschirurgijns op de schepen van de stadsreders probeerden te plaatsen. In voorkomende gevallen volgde niet alleen het verplichte examen voor de scheepschirurgijns in kwestie, maar ook een fikse boete voor de scheepseigenaren. Hetzelfde sanctiebeleid gold ook voor het ontwijken van de controle van of gesjoemel met de medicijnkisten van de aangemonsterde scheepschirurgijns.
Afbeelding 19 (www.sassenach.nl, rekwisiet uit de dramaserie Outlander)
Replica van een 18e eeuwse medicijnkist met o.a. medicijnflesjes met tinnen dop, schaaltjes, een vijzel en ‘lapmiddelen’, alles netjes opgeborgen in met stof beschermde vakjes. Als de kist door de examinator in orde was bevonden, werd hij afgesloten en verzegeld aan boord gebracht, waar de kapitein de kist wegborg tot de afvaart. Dit gebeurde om te voorkomen, dat scheepschirurgijns vóór het vertrek (een deel van) de rijk gevulde voorraad te gelde maakten door de inhoud te vervangen door goedkope rommel 1.
Tussen 1762 en 1772 inspecteerde Gallandat 90 medicijnkisten van scheepschirurgijns van uitredende koopvaardijschepen. Uit het feit, dat er slechts één boete werd opgelegd, kan geconcludeerd worden, dat de stringente controle preventief werkte2.
David Gallandat nam zijn functies binnen het Collegium Medicum zeer serieus. Uit zijn accurate administratie blijkt, dat hij zelf op alle onderdelen van zijn medische reorganisatie een vinger aan de pols hield.
Hij nam regelmatig mannelijke en vrouwelijke leerlingen aan in de vroedkunde en sloot hun opleiding af met een examen. Verloskundigen, die in dienst van de stad hun beroep uitoefenden, kregen van hem maandelijks verplicht les in de vroedkunde. Als lector gaf hij ieder jaar een driemaandelijkse cursus tijdens de winter, waarvoor vakgenoten en belangstellenden konden intekenen en die – ook weer – voor de verloskundigen verplichte kost was.
Afbeelding 20
(Zeeuws Archief, Handschriften nr. 6117)
Gedeelte uit het handgeschreven overzicht voor het jaar 1765, waarin Gallandat het aantal bevallingen bijhield, door wie ze werden begeleid en die hij onderverdeelde in ter wereld gebrachte jongens en meisjes.
Behalve de namen van de vroedvrouwen (er waren er in Vlissingen vijf à zes werkzaam) zien we ook ook chirurgijn Correvont en Gallandat zelf als vroedmeester genoemd. Dat beide vroedmeesters naast de vroedvrouwen hun aandeel in de bevallingen namen, was een hielp mee om het toenmalige taboe op mannelijke verloskundigen te doorbreken.
De gewoonte om de aan zijn functies gerelateerde administratie erg zorgvuldig bij te houden, treffen we later ook aan bij Davids zoon Isaac Henry in zijn kwaliteit van burgemeester van Hulst. In de talrijke maatschappelijke functies, waarvoor hij werd gevraagd of die hij zelf ambieerde, bood hij zichzelf veelvuldig aan als secretaris. Ook treffen we zijn handtekening vaak aan onder geschriften van ad-hoc commissies, die voor allerlei doeleinden werden ingesteld.